Lantis bereidt Schelde voor op komst onderdelen Scheldetunnel
Meer over
Aannemer plaatst palen in rivier en Doeldok
Het volgende grote moment voor de Oosterweelwerken komt met rasse schreden dichterbij: later dit voorjaar start de tocht van de acht gigantische delen van de nieuwe Scheldetunnel van Zeebrugge naar Antwerpen. Ze reizen via de Noordzee en de Schelde, naar een tijdelijke parkeerlocatie in het Doeldok in de Waaslandhaven. Daar wachten de tunneldelen hun definitieve plaatsing in de Schelde - vanaf deze zomer - af.
Aannemer TM COTU* maakt het Doeldok en de Schelde aan beide oevers klaar om de tunneldelen te ontvangen. In het Doeldok plaatst hij afmeerpalen om de tunneldelen aan te bevestigen. Ook in de Schelde zullen soortgelijke palen geplaatst worden, namelijk ankerpalen, die nodig zijn bij het afzinken van de tunneldelen.
De Scheldetunnel vormt de broodnodige derde Scheldekruising. De tunnel sluit op Linkeroever aan op het knooppunt Sint-Anna (E34 x R1) en komt op de rechteroever uit in het toekomstige Oosterweelknooppunt en de Kanaaltunnels. Samen maken ze de Antwerpse Ring helemaal rond.
De werf van de Scheldetunnel op Linkeroever. Hier plaatsen we, net zoals aan de overkant, ankerpalen die zullen dienen voor het afzinken van de tunneldelen.
Tunneldelen tijdelijk geparkeerd in Doeldok
Dit voorjaar vertrekken de tunneldelen één voor één vanuit de haven van Zeebrugge naar het Doeldok in de Waaslandhaven. Een traject dat ongeveer 30 uur duurt. Bijzonder is dat de planning van het transport en het afzinken van de tunneldelen niet alleen afhankelijk is van technische aspecten en de weersomstandigheden, maar ook van de getijden en de stand van de maan.
Onderweg houdt een tunneldeel twee keer halt, één keer in de voorhaven van Zeebrugge en één keer in Terneuzen. Het transport gaat bij voorkeur door tijdens vloed, om met de stroom mee te kunnen varen. Voor het afzinken van de tunneldelen mikken we dan weer op doodtij, het moment waarop het verschil tussen hoog- en laagwater minimaal is. Dan is de stroming minder sterk. Doodtij duurt ongeveer 24 uur en komt twee keer per maand voor, rond het eerste en laatste kwartier van de maan.
Wachten op doodtij doen de tunneldelen in het Doeldok in de Waaslandhaven, zo’n 10 kilometer verwijderd van hun definitieve locatie in de Schelde. Daar plaatst de aannemer nu afmeerpalen, stevige palen die vaak in havens worden gebruikt om schepen – of in dit geval, tunneldelen – te bevestigen.
De tunneldelen vertrekken later dit voorjaar vanaf hun bouwlocatie in Zeebrugge naar het Doeldok. Onderweg houden ze twee keer halt om mee te reizen met vloed. In het Doeldok wachten ze tot ze deze zomer kunnen afzinken in de Schelde.
Ankerpalen zorgen voor gecontroleerde afzinkoperatie
Ter hoogte van de definitieve locatie van de Scheldetunnel, plaatsen we aan beide oevers ankerpalen in de rivierbodem. Deze palen kunnen de sterke stroming van de rivier aan en spelen een cruciale rol bij het gecontroleerd afzinken van de tunneldelen. Met behulp van speciale lieren – sterke kabelsystemen – worden ze nauwkeurig gepositioneerd en stabiel gehouden. Deze methode zorgt ervoor dat elk tunneldeel exact op zijn definitieve plaats kan afzinken.
*TM COTU staat voor Tijdelijke Maatschap Combinatie Oosterweeltunnel. De groep bestaat uit de Belgische bouwgroepen BESIX, Stadsbader Contractors, DEME en Jan De Nul.