14,5 miljoen kubieke meter grond. Dat is wat we in totaal gaan uitgraven tijdens de werken aan de Oosterweelverbinding. Om je een idee te geven: dat is genoeg om de hele Antwerpse binnenstad onder een meter grond te begraven.

Véél grond dus. Als bouwheer van de Oosterweelverbinding gaat Lantis op een verantwoorde en zorgvuldige manier met deze grond om, ook als deze sporen van verontreiniging vertoont. Met de Oosterweelverbinding creëren we een betere en gezondere leefomgeving. 

Maar hoe gaan we nu precies met al die grond om?

Hergebruik binnen Oosterweel

6 miljoen kubieke meter grond hergebruiken we binnen het projectgebied, bijvoorbeeld bij de aanleg van groene geluidsbermen of nieuwe verkeersknooppunten. Daarbij passen we de regels van VLAREBO toe. Dat staat voor Vlaams reglement voor bodemsanering en bodembescherming. Hierin staat wanneer en hoe grond hergebruikt mag worden en wat er met verontreinigde grond moet gebeuren. 

  • Grond die volgens VLAREBO als proper wordt beschouwd mag vrij binnen en buiten het projectgebied hergebruikt worden.
  • Grond met een lichte verontreiniging mag volgens VLAREBO binnen het projectgebied worden hergebruikt, al dan niet met bijkomende voorwaarden. Soms is het technisch niet mogelijk om de grond binnen het werkterrein te hergebruiken. Dat is bijvoorbeeld zo wanneer een bepaalde grondsoort niet stabiel genoeg is om op te bouwen. In dat geval voeren we de grond af naar een gespecialiseerd verwerkingscentrum.  
  • Verontreinigde grond wordt ter plaatse gereinigd of naar een vergunde stortplaats gebracht indien reiniging niet mogelijk is. Zo weten we perfect waar de verontreinigde grond ligt en kan deze alsnog gereinigd worden als er een gepaste techniek voor ontwikkeld is.  

Doortaste opvolging van grondstromen

Er zal heel wat grond verplaatst worden binnen de verschillende onderdelen van de Oosterweelverbinding. Zo zal grond die is uitgegraven voor de werken aan de Ring misschien gebruikt worden voor de aanleg van het nieuwe Oosterweelknooppunt. Het kan ook zijn dat grond wordt aangevoerd van buiten de werf. Die verplaatsingen tussen de verschillende werven en uitwijklocaties zoals een reinigingscentrum, een vergunde stortplaats of een andere werf, noemen we grondstromen. 

Vooraleer de gronden van de ene naar de andere locatie worden verplaatst, maakt een onafhankelijke bodemsaneringsspecialist eerst een Technisch Verslag op van de uitgegraven grond. Dat gaat ter goedkeuring naar een erkende bodembeheerorganisatie (Grondbank of Grondwijzer). Vervolgens vraagt de aannemer bij deze organisatie zijn transportdocumenten aan. Van zodra de grond is verplaatst, wordt er een bodembeheerrapport opgemaakt. Daarin staat waar de grond is ontgraven, wie de grond heeft getransporteerd en waar hij is hergebruikt.

Daarbovenop vragen we onze aannemers om met een digitaal systeem te werken om de grondstromen in kaart te brengen. Zo kunnen we controleren waar de gronden uitgegraven werden, of ze op de juiste locatie zijn terechtgekomen en wat de precieze samenstelling van de grond is. Het laat ons bovendien toe om na te gaan of de grond binnen het projectgebied hergebruikt wordt of naar een locatie buiten de Oosterweelverbinding gaat. Zo weten we steeds waar welke grond zich bevindt.

Gebruik van Oosterweelgrond als onderdeel van andere projecten

Niet alle grond kan een plaats krijgen binnen het projectgebied. Zo zoeken we voor 8,5 miljoen kubieke meter grond een bestemming buiten de Oosterweelwerf. Lantis heeft van de Vlaamse overheid de vraag gekregen om met die grond bij te dragen aan verschillende (sanerings)projecten. 
De grond die daarvoor zal dienen is uitsluitend grond die door de VLAREBO-regelgeving als propere grond wordt beschouwd. Er wordt dus geen verontreinigde grond afgevoerd naar andere plaatsen in Vlaanderen. Alvorens de gronden worden afgevoerd naar een andere locatie, voert een bodemsaneringsdeskundige een studie uit. Daarin gaat hij na welke stoffen de grond wel of niet mag bevatten. Zo weten we zeker dat de aangevoerde grond geen verontreiniging van de bodem of het grondwater kan veroorzaken. 

Kleiputten Terhagen in Rumst

De kleiputten in Rumst werden lange tijd gebruikt voor het ontginnen van klei. Daarna dienden ze als stortplaats voor afval en asbest. In de loop van de tijd palmde de natuur het gebied opnieuw in. Om  het ontstane natuurgebied op te waarderen, moet de verontreinigde ondergrond gesaneerd worden. Daar helpt Lantis graag aan mee. 

De asbesthoudende gronden dekken we af met een speciale folie. Daarbovenop komt propere grond, afkomstig van de werken aan de Oosterweelverbinding. De Provincie Antwerpen en het Agentschap voor Natuur en Bos richten het natuurgebied verder in samen met de gemeente Rumst en De Vlaamse Waterweg.

Vooroevers van de Noordzee

Vooroevers beschermen het binnenland tegen overstromingen vanuit de zee. Die vooroevers moeten regelmatig aangevuld worden met nieuw zand om te voorkomen dat het strand wordt opgeslorpt door de stijgende zeespiegel en hevige stormen. Hiervoor komt de zanderige en propere grond van de diepere grondlagen van Oosterweel in aanmerking. 
 

Blijf op de hoogte!